vrijdag 5 augustus 2016

Alghero stad



Dag 24

Alghero stad

Het fijne van deze camping is dat je zo de stad kan inlopen, nou ja zomaar, er ligt een boulevard van ruim 3 kilometer met fiets-en wandelpad richting het oude centrum van Alghero.

Aan de boulevard zitten een niet te tellen aantal strandtenten met allemaal hun eigen stuk strand, keurig afgeschermd met een eigen kleur aan parasols en zonnebedden. En daar tussen zo af en toe en stuk strand wat vrij is en waar je met je zelf meegebrachte stoel kunt gaan zitten of liggen.
Opvallend is ook dat je niet bij iedere tent naar binnen wordt getrokken om te komen eten of wat te drinken zoals in Griekenland waar je zo ongeveer van de straat wordt geplukt om vooral maar iets te komen nuttigen.
Persoonlijk heb ik daar een bloedhekel aan, ik maak graag zelf uit waar ik wil gaan zitten.
Maar het gaat hier vrij relaxt, zoals alles hier op Sardinië.
Er is werkelijk van alles te vinden aan deze lange entree richting stad: een gigantische kermis, overdekte motorfietsen en een Italiaans automerk dat aanbied om een proefrit te komen maken (Alfa Romeo)


Zij hebben een heuse Spider bij zich, waar je dan deze boulevard met een tempo van 20 km per uur 2 keer heen en weer mag “scheuren”. Zo’n auto kan 300 km p/u, maar daar is het nu te druk voor. Het gaat er vooral om dat je gezien wordt in dit orgel met zijn 2 dikke uitlaten.

Een schril contrast is het als je de meestalAfrikaanse jongens en meisjes met hun waren ziet zeulen om wat aan de man te brengen. Ze hebben niet alleen kleden en zonnebrillen maar er wordt ook aangeboden om je haar te vlechten of je kunt een voetenmassage krijgen. En dat de hele dag in de brandende zon. Triest om te zien als je op de vlucht bent en je moet zo schrapen om iedere dag wat geld bij elkaar te krijgen.
We passeren de jachthaven, ook al van uitzonderlijk groot formaat. Het ene schip nog decadenter dan het andere. Als je zo rond kijkt zijn er veel mensen op de wereld die het echt hebben gemaakt en dan zakken vol met poen hebben om al dit spul te kunnen aanschaffen.
Jaloers ben ik echt niet, ik ben heel erg blij met onze daktent om over dit mooie eiland te kunnen trekken.

De oude stad is ommuurd en door een paar toegangspoorten kun je naar binnen.
Adembenemend fraai mag je wel zeggen, een wirwar van straatjes en pleintjes die steeds weer uitkomen bij de grote muur van deze vestingstad en van daar heb je een geweldig uitzicht over de haven en de zee.
Als we na een paar uur wandelen neerstrijken op een terras merken we al snel het verschil tussen stad en land. De prijzen zijn namelijk hier in de stad tweemaal zo hoog.
Alles wordt aangepast aan het hectische leven van de op een na grootste stad van Sardinië.
Ook de benzine prijzen schelen aan de zelfde pomp soms 30 eurocent. Je moet ontzettend opletten dat je niet bij de pomp gaat staan waar je bediend wordt maar bij de pomp waar je zelf de slang ter hand neemt. Ik heb me wel eens vergist en niet opgelet dan hangt de slang al in je tank voordat je het door hebt en betaal je 30 cent per liter meer voor deze service!!

Nog een heet hangijzer zijn de vele winkeltjes in deze stad die bloedkoralen sieraden verkopen.
Dat was vroeger een grote bron van inkomsten, er lag hier voor de kust een groot koraalrif dat zo ongeveer is gehalveerd. Er wordt heel veel strijd geleverd om dit rif in stand te houden en het is dan ook ten strengste verboden om levend koraal aan land te brengen. Er wordt nu gezegd dat het meeste koraal in de winkels hier in Alghero uit Azië komt. Ze hebben er wel een “bloedhekel” aan als je hun etalage fotografeert.

Maar terug naar de stad, die zeer de moeite waard is te bezoeken en alle rompslomp die ik opsom in dit artikel moet je maar voor lief nemen. Soms moet je dingen gewoon opschrijven waarvan je vindt dat het niet helemaal deugt.
We nemen afscheid van de stad. Morgen naar het uiterste noorden van Sardinië.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten